De banenafspraak kan bij u als werkgever vragen oproepen. Die nemen we natuurlijk graag bij u weg. Immers: hoe minder vragen, hoe minder hoog de drempel om inclusief te ondernemen.

Wekelijks plaatsen we daarom een van de meest gestelde vragen met het juiste antwoord. Deze vraag heeft te maken met de banenafspraak:
Werkgevers in de marktsector hebben beloofd te zorgen voor 100.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit noemen we de banenafspraak. Deze afspraak is onderdeel van het Sociaal akkoord, en vastgelegd in de Participatiewet die sinds 1 januari 2015 geldt. De afspraken zijn gemaakt tussen werkgevers- en werknemersorganisaties en de overheid.

Meer weten? We hebben al meer dan 100 vragen beantwoord.

Zelf een vraag? Stuur hem in!

Antwoord

Op 30 juni organiseerden we een talkshow met de Tweede Kamerleden Daan de Kort (VVD) en Hilde Palland (CDA). Samen met Aart van der Gaag gingen zij in op vele vragen van de kijkers. Maar niet alle vragen, die de kijkers ons via de chat stelden, konden even uitputtend worden behandeld.

Daarom hebben wij ze verzameld. We vroegen arbeidsmarktexperts per thema de vragen onder de loep te nemen. De eerste, thematisch dicht bij het project liggende vraag, nemen we zelf voor onze rekening. Martine Schuijer, directeur van de Stichting NLOM en projectleider ‘Op naar de 100.000 banen’ en ‘Op naar de 25.000 banen’, boog zich over het onderwerp vereenvoudiging van regelgeving. Vragen over dit onderwerp kwamen in verschillende varianten terug, samen te vatten als:

Hoe kan regel-/wetgeving rond het in dienst nemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zo vereenvoudigd worden dat het ondersteunend en geen belemmering is?

“Al sinds het begin van de Banenafspraak dringen inclusieve werkgevers aan op het versimpelen en uniformeren van regelgeving rond de Banenafspraak. Wij geloven in een arbeidsmarkt waarin de regels ten dienste staan van inclusie en geen hindernis opwerpen. Dat betekent in ieder geval dat de regels voor iedereen gelijk moeten zijn en zo eenvoudig mogelijk.

Bij de totstandkoming van het Brede Offensief, dat – zou het aangenomen worden – zonder twijfel een stap in de goede richting zou vormen, is in de vele gesprekken met alle stakeholders wel duidelijk geworden dat er verschillende perspectieven bestaan op de begrippen ‘simpel en uniform’. Om met dat laatste te beginnen: het is in elk geval van belang dat de regels in de verschillende arbeidsmarktregio’s en gemeenten gelijk zijn. Het gaat niet aan dat kandidaten in gemeente A niet en in gemeente B wel in aanmerking komen voor ondersteuning.

Versimpeling betekent wat ons betreft dat regels op basis van vertrouwen worden opgesteld. Geef inclusieve werkgevers meer ruimte bij de bepaling van de loonwaarde en het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat beleid tot achter de komma niet alleen tijdrovend is, maar ook daadwerkelijke drempels opwerpt voor het inclusiever maken van de arbeidsmarkt.

Op papier is het niet zo ingewikkeld: laat voor verschillende doelgroepen, op verschillende plekken in het land dezelfde regels gelden. Benader de werkgever (en de werkzoekende) op basis van vertrouwen en zorg dat de beschikbare ondersteuning laagdrempelig aan te vragen en te verkrijgen is, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat een werkgever met al zijn vragen bij een loket terecht kan.”