In een brief aan de Tweede Kamer reageerde staatssecretaris Jurgen Nobel (Integratie) op vragen over de banenafspraak bij de overheid, die waren gesteld tijdens het debat van de commissie SZW over de wet banenafspraak. Volgens de staatssecretaris kunnen er meer banen worden gerealiseerd door het opheffen van het onderscheid tussen markt en overheid.

Jurgen Nobel, staatssecretaris Participatie en Integratie (Foto Martijn Beekman / Rijksoverheid)
De staatssecretaris benadrukt dat ‘de overheid een voorbeeldfunctie heeft bij het realiseren van banen voor mensen met een arbeidsbeperking.’ Hij wijst er ook op dat verschillende overheidssectoren veel banen realiseren. ‘Bijvoorbeeld binnen gemeenten (realisatie: 120 procent), provincies (realisatie: 86 procent) en het Rijk (realisatie: 80 procent)’. Toch blijft de overheid als werkgever achter bij de gestelde doelen. Nobel schrijft dat te betreuren. Hij voert er enkele redenen voor aan.
- Een belangrijk knelpunt is de aard van de werkzaamheden en de wettelijke eisen waaraan personeel dient te voldoen. Bijvoorbeeld binnen het onderwijs moet het overgrote deel van het personeel over een lesbevoegdheid beschikken. Mensen uit de doelgroep banenafspraak zijn doorgaans niet lesbevoegd.
- Binnen het Rijk zijn er daarnaast verschillende werkprocessen waar plaatsingen zelden mogelijk zijn, omdat de specifieke werkomstandigheden dit nauwelijks toelaten. Bijvoorbeeld bij de Dienst Justitiële Inrichtingen, waar medewerkers te maken hebben met veiligheidsrisico’s.’
- Daarnaast zijn er binnen de overheid veel kennisgedreven werkzaamheden en is het creëren van banen met meer praktische werkzaamheden een uitdaging, ook omdat deze werkzaamheden veelal zijn uitbesteed aan de markt.
- De afgesproken doelstelling voor de overheid ambitieuzer dan voor de markt: de overheidssector is goed voor minder dan 15 procent van het totaal aantal verloonde uren in Nederland en neemt 20 procent van het totale target voor haar rekening.
Staatssecretaris Nobel verwacht nog meer banen worden gerealiseerd door het onderscheid tussen markt en overheid op te heffen. ‘Dit laat onverlet dat de overheid ook verantwoordelijk blijft voor het zelf in dienst nemen van voldoende mensen uit de doelgroep banenafspraak.’