De Participatiewet is uit balans. Dat wil minister Carola Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) herstellen. Intussen neemt het aantal werkenden wel toe. Vooral die in het kader van de banenafspraak.

©RVD – Valerie Kuypers en Martijn Beekman

Minister Schouten heeft een uitgebreide beleidsanalyse met een vervolgaanpak naar de Kamer gestuurd. Die zegt dat er rond de verstrekking van uitkeringen en het (weer) aan het werk helpen op dit moment sprake is van een ongelijke verhouding tussen:

  • de als beperkt ervaren ondersteuning,
  • het strenge sanctieregime en
  • de complexe inrichting van de bestaanszekerheid.

Daardoor verkeren mensen in onzekerheid, wordt werkhervatting bemoeilijkt en ervaren burgers wantrouwen bij hun contact met de overheid. Dat zou onder andere komen door de strikte vormgeving van het vangnetkarakter en de nadruk op directe arbeidsinschakeling.

Mens achter uitkering

Schouten wil naar eigen zeggen de balans weer terugbrengen in de Participatiewet, door meer oog te hebben voor de mens achter de uitkering. Zij wil naar een Participatiewet:

  • die eenvoudiger is en een toereikend bestaansminimum biedt;
  • die mensen passende ondersteuning biedt om mee te doen in de samenleving (werk of – wanneer en zolang arbeidsinschakeling (nog) niet haalbaar is – een andere vorm van participatie);
  • met rechten en verplichtingen die zinvol en begrijpelijk zijn en nageleefd kunnen worden door iedere uitkeringsgerechtigde.

Baankansen

Uit een meegestuurd rapport blijkt dat een deel van de doelgroep aan het werk komt; een groot deel niet. In 2020 startten in totaal 60.000 mensen vanuit de bijstand met een baan. Zes maanden na de start van de baan werkte ongeveer 70 procent nog. Tegelijkertijd zit circa 70 procent van de huidige bijstandsgerechtigden al langer dan twee jaar achtereen in de bijstand, en 47 procent langer dan vijf jaar.

Voor ‘klassieke’ bijstandsgerechtigden blijft de baankans laag. Een ruime meerderheid van alle bijstandsontvangers (60 procent) acht zichzelf niet in staat om te werken, twee derde van hen vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid.

Mensen met een arbeidsbeperking

Sinds de invoering van de Participatiewet groeide de inzet van het instrument loonkostensubsidie gestaag. Deze groei zette ondanks de coronacrisis onverminderd door. In december 2021 liepen bijna 31.000 loonkostensubsidies, waarvan 3.040 forfaitair – een stijging van ruim 17 procent ten opzichte van een jaar eerder en een derde meer dan het aantal loonkostensubsidies in december 2019.

In december 2021 liepen ruim 14.000 trajecten waarin mensen met een arbeidsbeperking werden begeleid door een jobcoach. Dit aantal is ten opzichte van een jaar eerder met 7 procent gestegen. Ten opzichte van december 2019 is de toename in de inzet van jobcoaches 13 procent.

Het aantal werkenden onder de banenafspraak nam in de eerste helft van 2020 af als gevolg van de coronacrisis, maar herstelde in de tweede helft van het jaar. Cijfers over 2021 laten zien dat de groei doorzet, zo blijkt uit een Factsheet die gelijktijdig met het rapport over de Participatiewet naar de Kamer is gestuurd. De definitieve resultaten van het aantal door werkgevers gerealiseerde banen in de banenafspraak in 2021 komen heel binnenkort beschikbaar.

Tekst: Klaas Salverda