Het demissionaire kabinet wil meer inzicht in wat het beste werkt om mensen met een WW-uitkering weer aan een baan te helpen.

Daarom heeft de ministerraad ingestemd met een voorstel van minister Karien van Gennip (SZW) dat UWV juridisch de ruimte geeft voor een groot experiment naar de sollicitatieplicht binnen de werkloosheidswet. Het experiment begint zo gauw mogelijk en zal zeker 4 jaar duren. Het is de bedoeling dat meer dan 100.000 WW-gerechtigden meedoen.

Karien van Gennip ©RVD – Valerie Kuypers en Martijn Beekman

Op dit moment geldt de sollicitatieplicht voor iedereen die een WW-uitkering krijgt. Doordat er weinig onderzoek naar is gedaan kunnen er geen harde uitspraken over de sollicitatieplicht worden gedaan. Ook ontbreekt onderzoek naar mogelijke alternatieven.

Minister Van Gennip: ‘Met dit experiment kunnen we toetsen wat écht werkt. Zo bieden we een basis voor effectief beleid om WW’ers weer aan het werk te helpen’.

Drie groepen
UWV krijgt de ruimte voor onderzoek naar drie groepen WW’ers:

  • Voor de eerste groep – de zogenaamde controlegroep – geldt de reguliere sollicitatieplicht. Hierbij gaat het om vier sollicitatie-activiteiten per vier weken.
  • Voor de tweede groep geldt een alternatieve invulling van de inspanningsplicht. Deze groep mag dus op eigen initiatief op zoek naar werk. Er gelden geen verplichtingen op het gebied van solliciteren en er is ook geen handhaving daarop.
  • Voor de derde groep worden op het gebied van sollicitatie-activiteiten individuele afspraken gemaakt. De WW-gerechtigden stellen zelf het plan van aanpak samen. Op die afspraken wordt vervolgens gecontroleerd.

Nieuwe instroom
De populatie voor het onderzoek zal bestaan uit WW-gerechtigden die instromen in het WW-regime vanaf de start van het onderzoek. Het onderzoek beslaat dus expliciet geen WW-gerechtigden die al voor de start van het onderzoek tot het WW-bestand behoren. Het UWV waarborgt dat deelname aan het experiment vrijwillig is door de werknemer een maand te geven om te reageren op de beslissing tot deelname. De groepen worden willekeurig ingedeeld.

Overigens zijn WW-gerechtigden met een (ex-)werkgever in de sector Overheid en Onderwijs (O&O’ers) uitgezonderd van het onderzoek. Werkgevers uit die sector zijn verplicht eigenrisicodragers voor de WW en zijn zelf verantwoordelijk voor de re-integratie van werkloze ex-werknemers.

Voorhangbesluit
Het voorstel waar het kabinet nu net mee akkoord is gegaan, is afgelopen maanden al ‘voorgehangen’ bij het parlement. In dat ontwerpbesluit staat dat tot dusver verondersteld wordt dat zonder een prikkel als de sollicitatieplicht een deel van de WW-gerechtigden niet of later aan het werk zou komen.

Er bestaan, aldus minister Van Gennip, verschillende beelden over de doeltreffendheid van de sollicitatieplicht, als invulling van de wettelijke inspanningsplicht. Zo wordt vanuit de uitvoering met regelmaat aangegeven dat UWV-adviseurs er in de praktijk tegenaan lopen dat de sollicitatieplicht in sommige gevallen niet effectief is. Bijvoorbeeld voor oudere WW-gerechtigden of andere groepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt.

Loonkostensubsidie
In de voorbereiding is ook gekeken naar de specifieke groep WW-gerechtigden die bij een werkgever hebben gewerkt die voor hen een loonkostensubsidie heeft ontvangen. Met die subsidie krijgt de werknemer het normale salaris uitbetaald door de werkgever, gerelateerd aan het aantal uren dat hij werkt. De overheid vergoedt de werkgever voor de lagere productiviteit.

De gemeente is verantwoordelijk voor de ondersteuning naar werk van een persoon die werkloos wordt uit een baan waarin hij met loonkostensubsidie heeft gewerkt. Anders dan de Participatiewet voorschrijft, krijgen deze uitkeringsgerechtigden tot op heden toch soms re-integratiedienstverlening vanuit de divisie Werkbedrijf van UWV en niet vanuit de gemeente.

Op dit moment wordt een LKS’er niet herkend bij instroom in de WW. Tijdens de instroomperiode van het onderzoek betekent dit dat deze werkzoekende kan worden meegenomen in het onderzoek naar de inspanningsplicht en ingedeeld kan worden in één van de onderzoeksgroepen.

In die situaties zal UWV samen met de gemeente afspraken maken over de re-integratiedienstverlening die de uitkeringsgerechtigde al ontvangt en het continueren hiervan. Deze ‘warme overdracht’ is mede bedoeld om verwarring voor de werkzoekende te voorkomen.

Tekst: Klaas Salverda