De Tweede Kamer heeft een omvangrijk pakket aan maatregelen voorgeschoteld gekregen om de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven te versterken.

Demissionair minister Carola Schouten (Participatie) stuurde de Kamer een brief waarin zij aangeeft hoe belangrijk deze infrastructuur is om een veilig vangnet te bieden voor mensen die wel kunnen werken, maar voor wie dit niet, of nog niet, bij reguliere werkgevers mogelijk is.

‘Voor deze mensen blijven sociaal ontwikkelbedrijven ook in de toekomst belangrijk. Als opstap naar werk, als een plek waar je in een beschutte omgeving kunt werken en als een plek waarop je kunt terugvallen als het even niet lukt bij een reguliere werkgever’, aldus de minister.

Ook onder Banenafspraak
In de brief wordt benadrukt dat dit vangnet niet alleen van toepassing is op mensen die onder de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en beschut werk vallen, maar ook op andere groepen die moeite hebben met het vinden van regulier werk, vaak onder de Banenafspraak. Hoewel veel mensen in theorie bij reguliere werkgevers aan de slag zouden kunnen, is dit in de praktijk niet altijd direct haalbaar.

Afgelopen tijd heeft SZW veel met VNG, Cedris, Divosa en met UWV en sociale partners gesproken om de oplossingsrichtingen uit te werken. Met het brede pakket aan maatregelen dat de minister aankondigt, is in de periode 2024 – 2034 een bedrag van bij elkaar bijna 400 miljoen euro gemoeid. Daarna bestaat de structurele investering uit jaarlijks een bedrag van 35 miljoen euro.

Opslag doorberekenen
In de plannen zit de mogelijkheid van een infrastructurele opslag. Deze opslag is bedoeld voor de financiering van infrastructurele kosten die noodzakelijk zijn voor het bieden van werk aan mensen die niet regulier aan het werk kunnen komen. Het gaat dan om kosten voor essentiële zaken waar nu in de bekostiging van de Participatiewet geen rekening wordt gehouden. Zoals kosten voor huisvesting, vervoer en gereedschap.

Keuze aan gemeenten
De minister versterkt naar eigen zeggen de mogelijkheid voor gemeenten om ervoor te kiezen de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven breed beschikbaar te houden voor mensen die hiervan afhankelijk zijn. Voor gemeenten blijft het mogelijk om eigen keuzes te maken over de uitvoering van initiatieven zoals de Werkbrigade van Scalabor en de gemeente Arnhem.

Demissionair minister Schouten meldt erbij dat besluitvorming over deze maatregelen en de budgettaire inpasbaarheid kan worden betrokken bij de zogeheten voorjaarsbesluitvormig. Maar het kan ook worden overgelaten aan een nieuw kabinet.

Eerder onderzoek bood al een goed inzicht in de stand van zaken van de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven en de onderliggende vraagstukken en dilemma’s.

Tekst: Klaas Salverda