De toenemende aandacht voor zo’n brede aanpak wordt duidelijk zichtbaar in de trendgrafiek van vijf flitspeilingen over de afgelopen jaren onder gemeenten. Kennisinstituut Movisie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten brachten deze maand een nieuwe peiling uit over de uitrol van het VN-verdrag Handicap.
Een brede inclusie aanpak hoeft een specifieke aanpak gericht op de uitvoering van het VN-verdrag Handicap niet in de weg te staan. Naast de brede aanpak worden vaak aparte plannen gemaakt met specifieke aandacht voor bepaalde groepen. Dat wordt gemeenten ook zeker aangeraden.
Wat voor aandacht?
Naar welke domeinen gaat de meeste aandacht uit als het specifiek over het VN-verdrag Handicap gaat? De vijf hoogst scorende zijn:
Opvallend is dat niet op alle onderdelen van het VN-verdrag resultaten worden gemeld. Met name op de domeinen inclusief onderwijs, inclusief bouwen/wonen en de toegang tot arbeid melden gemeenten nauwelijks resultaten. Een verklaring die gemeenten zelf geven, is dat bepaalde landelijke regelgeving – of juist het gebrek daaraan – goede uitvoering op deze domeinen in de weg staat.
Puzzelen
Zo wordt aangegeven dat het voor veel mensen lastig is om vanuit een Wajong uitkering aan het werk te gaan. Als de route via de Participatiewet loopt, verliezen zij sociale zekerheid. Ook zouden er inclusieve werkgevers zijn die tot soms twee maanden lang een dag per week moeten puzzelen met formulieren en regelingen. Dit om er samen met de consulenten van het Werkgeversservicepunt voor te zorgen dat de nieuwe arbeidskracht een goed inkomen heeft als die bij hen komen werken. Conclusie: ‘Het is van belang dat deze regelingen worden vereenvoudigd.’
Praktijkvoorbeelden
Wat alle gemeenten gemeen hebben, is de behoefte aan praktijkvoorbeelden van invulling op specifieke beleidsvelden. Daarbij gaat het duidelijk niet alleen over mobiliteit en fysieke toegankelijkheid, maar ook wel degelijk over de arbeidsmarkt, onderwijs en zorg. Meer dan 60 % van de deelnemende gemeenten geeft aan hier behoefte aan te hebben.
Tekst: Klaas Salverda