Ondernemersverenigingen VNO-NCW en MKB Nederland zien nog voldoende kansen voor de banenafspraak. Dit geldt zeker als werkzoekenden beter in beeld komen, mensen niet te snel worden afgeschreven voor werk en gemeenten meer prioriteit geven aan de banenafspraak.
In een brief aan de Tweede Kamer markeren de ondernemersverenigingen hun positie ten opzichte van de banenafspraak en blikken ze ook vooruit op de toekomst van de inclusieve arbeidsmarkt. Dat het bedrijfsleven voor het eerst sinds het begin van de jaarcijfers niet lijkt te halen, komt volgens VNO-NCW en MKB Nederland ‘onder meer door de vergrijzing van de oorspronkelijke doelgroep, een teruglopende beschikbaarheid van kandidaten en de afname van uitleenverbanden en detachering vanuit de sociaal ontwikkelbedrijven.’
VNO-NCW en MKB Nederland laten weten gecommitteerd te zijn en blijven aan de banenafspraak. Dat werd ook uitgesproken tijdens het recente Malietorenberaad, bedoeld om voor nieuw elan voor de banenafspraak te zorgen. ‘In deze bijeenkomst concludeerden deelnemers dat er nog voldoende kansen liggen bij nieuwe modellen van ambassadeurschap. Ook willen we in regio’s aanvullende ontmoetingen organiseren waar mensen en werk bij elkaar worden gebracht. En waarin we de focus leggen op wat er allemaal nog wel mogelijk is voor mensen waarvan nu nog te vaak gesteld wordt dat de stap naar werk nog te groot is. Aanvullend hebben en houden werkgevers een verantwoordelijkheid om vacatures los te laten en het werk aan te passen aan de mensen die nu nog beschikbaar zijn.’
In een recente inventarisatie onder werkgevers gaf 58 procent van de werkgevers aan dat baankansen voor kwetsbare doelgroepen open blijven staan, omdat er onvoldoende kandidaten voor zijn. Dat is een van de redenen dat de werkgevers nog steeds kansen zien voor de banenafspraak. De ondernemersvereniging ziet daarbij wel drie knelpunten:
- Mensen zijn onvoldoende in beeld:
te vaak weten publieke uitvoerders niet wie er onder hun verantwoordelijkheid in de doelgroep banenafspraak zitten. Wat mensen willen, kunnen en wat er nodig is om de stap naar werk te zetten. - Mensen worden te snel afgeschreven voor werk:
we zien dat de resterende doelgroep in de regel complexere problematiek heeft dan de doelgroep die al aan het werk is. Toch blijkt er bij een goede begeleiding vaak meer mogelijk om mensen (geleidelijk) naar werk te begeleiden dan vaak gesteld. Uit analyses blijkt dat 80% tot 90% van de resterende doelgroep het stempel of vinkje ‘niet direct bemiddelbaar’ heeft gekregen van gemeenten of UWV. En dat is zonde. - Individuele gemeenten geven onvoldoende prioriteit aan de banenafspraak:
we zien dat individuele bedrijven, gemeenten en regio’s ondanks de huidige uitdagingen in staat blijken om hun doelstellingen te behalen. Tegelijkertijd zien we ook te vaak dat sommige gemeenten geen of onvoldoende middelen toewijzen voor instrumenten als loonkostensubsidie, en onvoldoende prioriteit geven aan de banenafspraak. De verschillen tussen gemeenten zijn dan ook (te) groot.
Voor de toekomst denken VNO-NCW en MKB-Nederland dat werkgevers een quotum niet nodig hebben om werk te maken van een inclusieve arbeidsmarkt. ‘Dat laten de ervaringen zien. We zien veel kansen om voort te bouwen op de ervaringen die werkgevers en publieke uitvoerders hebben opgedaan met de Banenafspraak, waarin de ondersteuningsbehoefte van mensen centraal staat en waarin alle bij de uitvoering betrokken partijen een verantwoordelijkheid dragen.’