De Banenafspraak is tien jaar oud. Het plan om in totaal 125.000 nieuwe banen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking maakte deel uit van het Sociaal Akkoord dat in 2013 werd gesloten. Inmiddels (tot en met het derde kwartaal van 2022) zijn er in totaal 79.714 nieuwe banen gerealiseerd.
Twee mannen gelden als de aartsvaders van deze arbeidsmarktafspraak: Bernard Wientjes en Ton Heerts. Op ons verzoek keken de toenmalige voorzitters van VNO-NCW en FNV voor ons tijdschrift ‘Open de deuren voor inclusie’ terug op de ontstaansgeschiedenis van de Banenafspraak en vooruit naar de perspectieven op de arbeidsmarkt. Op de tienjarige verjaardag van de Banenafspraak publiceren we het interview opnieuw.
Het regeerakkoord van het kabinet Rutte 1 werd door werkgevers en werknemers argwanend bekeken. Waar de vakbonden grote moeite hadden met voorgenomen bezuinigingen, zochten werkgevers juist versoepeling van het ontslagrecht. Toegespitst op de situatie van mensen met een arbeidsbeperking stelde het kabinet een quotum – inclusief boete van 5000 euro per gemiste plaatsing – en bezuinigingen op de Sociale Werkvoorziening voor. Waarschijnlijk omdat het kabinet de onrust onder de sociale partners wel aan voelde komen, gaf het regeerakkoord werkgevers en vakbonden de ruimte om een eigen akkoord te sluiten.
Dat deden ze dan ook. Er kwam een Sociaal Akkoord en in dit akkoord werd de Banenafspraak opgenomen: 125.000 nieuwe banen voor mensen met een arbeidsbeperking.
Niet meteen geliefd
“De Banenafspraak was onderdeel van een breder akkoord”, zegt Ton Heerts, toenmalig voorzitter van vakbond FNV. “Wientjes en ik vonden elkaar. We zagen een maatschappelijke opdracht om voorstellen voor de toekomst van de arbeidsmarkt te formuleren.” Volgens Wientjes creëerde de gunstige CAO een situatie waarbij veel mensen de sociale werkvoorziening inkwamen, maar vervolgens niet meer verlieten. “We hadden ook de gemeenschappelijke overtuiging dat dit niet goed was voor de toekomst van Nederland, en niet goed voor de mensen die het betrof.”
De Banenafspraak bleek bij beide achterbannen niet direct geliefd, maar wel acceptabel. Ook omdat beide partijen goede argumenten hadden. Wientjes wijst erop dat het streefaantal van 100.000 banen voor marktwerkgevers lager lag dan bij het voorgenomen quotum. “Niet iedereen was meteen blij met de Banenafspraak, maar ik had meteen het gevoel dat dit gewoon haalbaar was.”
Voor Heerts telde vooral dat de Banenafspraak reguliere CAO-banen voor mensen met een arbeidsbeperking garandeerde. Daarnaast boden de regionale werkbedrijven, kortom de nieuwe inrichting van de arbeidsmarkt, vakcentrales nieuwe mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de arbeidsmarkt. “Dankzij dit Sociaal Akkoord zitten de sociale partners, en dus ook de bonden, weer aan de
knoppen van de arbeidsmarkt.”
Afspraken kom je na
Sinds het begin van de Banenafspraak loopt het bedrijfsleven voor op de doelstellingen. Wientjes weet nog goed dat het quotum van het kabinet bij veel werkgevers op weerzin stuitte. “Dan betalen we die boete wel gewoon,’ kreeg hij regelmatig te horen. “Maar de Banenafspraak veranderde iets. Het was niet langer opgelegd, maar een afspraak. En afspraken moet je nakomen. Die verantwoordelijkheid hebben werkgevers genomen.”
Doorbraak
Dat zoveel mensen binnen de Banenafspraak een plek hebben gevonden op de arbeidsmarkt noemt Wientjes een belangrijke doorbraak. “Dat hebben we op deze schaal nooit eerder gezien in Nederland. Met de beste intenties hebben we mensen jarenlang opgesloten, om het maar zo te noemen. Nu is er een proces gaande. Er zijn collega’s met een beperking, niemand kijkt daar meer raar van op. Als je ziet waar we vandaan komen, denk tien of vijftien jaar terug, dan is dat bijna wonderbaarlijk. Er is iets goeds gaande en dat moet de tijd hebben. In de afspraak zit ook wat ruimte en reserve ingebouwd, juist omdat je weet dat het in de economie niet altijd alleen maar crescendo is.”
“Het was een bewuste keuze om langer de tijd te nemen”, vult Heerts aan. “De arbeidsmarkt moet in beweging komen. WSP’s, werkgevers en onderwijs moeten elkaar leren vinden. Dat is in de huidige periode extra belangrijk omdat aandacht voor om- en bijscholing alleen maar toe zal nemen. De Banenafspraak is bedoeld als perspectief voor de arbeidsmarkt. Wat mij betreft houden we dat perspectief met elkaar in stand.”