De Tweede Kamer debatteerde met de minister van VWS over de implementatie van het VN-verdrag Handicap. Het gaat de Kamer allemaal veel te langzaam.

Conny Helder, Minister voor Langdurige Zorg en Sport van het Ministerie van VWS

Het VN-verdrag van 2006 regelt dat mensen met een beperking gelijke rechten hebben op het gebied van onderwijs, werk, vrije tijd en zorg. Een groot deel daarvan draait om toegankelijkheid, zowel fysiek als in de toegang tot informatie.

Nederland ondertekende het verdrag in 2016. Maar volgens meerdere fracties in het actuele Kamerdebat is de implementatie van alle mooie voornemens ver weg. Zo bracht de fractie van DENK naar voren dat een groot deel van de gemeenten ‘nu pas is begonnen met nadenken over de vraag wat de ratificatie van het verdrag eigenlijk voor hen betekent’.

Vage inspanningsplicht
In de schaduwrapportage van de zogeheten Alliantie VN-verdrag Handicap wordt als kritiekpunt genoemd dat toegankelijkheid niets meer lijkt dan een vage inspanningsplicht. Kamerlid Ismail el Abassi vroeg de regering dan ook om begrippen als toegankelijkheid en inclusie met ervaringsdeskundigen concrete inhoud te geven.

Minister Conny Helder van VWS vindt ‘verdere verbijzondering’ goed ter ondersteuning van de werkagenda waar zij mee bezig is. Die agenda hoort bij de Nationale strategie die zij als coördinerend minister in februari presenteerde.
Ondanks de actieve opstelling van het demissionaire kabinet zien meerdere Kamerleden echter dat er in Nederland tot nu toe weinig is gekomen van dit VN-verdrag.

Verbetering in 2040
Woordvoerster Agnes Joseph van de NSC-fractie: “Ik zag in de Nationale strategie ambtenarentaal, zoals ‘we gaan leidende principes hebben’ en ‘speerpunten die een kompas vormen’. En het jaar 2040 waarin we ‘een verbetering laten zien”. Haar oproep: laat dit niet weer een papieren tijger worden. Waarbij zij 2040 bijzonder laat vindt.

CDA-kamerlid Harmen Krul voegde hieraan toe het ‘echt onzin’ te vinden dat een werkagenda die in de gang naar een meer inclusieve samenleving moet helpen, aan een volgend kabinet wordt overgelaten. Volgens demissionair minister Helder is het echt niet zo dat zij daarop wacht. De gezamenlijke ministeries stellen de agenda juist op, zei minister Helder in de Kamer.

In het voorafgaande schriftelijke overleg over de Nationale strategie en de implementatie van het VN-verdrag moedigde de GroenLinks-PvdA-fractie de demissionaire minister zeer aan om door te gaan met die agenda. En als er geen nieuw kabinet zit, besluitvorming inclusief het benodigde budget voor de uitvoering over te laten aan de Tweede Kamer.

Voorloper worden
De Nationale strategie is belangrijk om een voorloper te worden bij de participatie en emancipatie van mensen met een beperking, antwoordde minister Helder op een schriftelijke vraag van de PVV. De SP-fractie merkt echter op dat er expliciet geen nieuw beleid wordt aangekondigd om de positie van mensen met een beperking te verbeteren.

Arbeidsmarkt
Voor de inzet van de talenten van mensen met een beperking op de (huidige krappe) arbeidsmarkt noemde minister Helder, in navolging van haar collega Carola Schouten voor Participatie:

  • de belangrijke rol van sociaal ontwikkelbedrijven
  • de banenafspraak die tot en met 2022 ruim 81.000 extra mensen met een arbeidsbeperking aan het werk heeft geholpen
  • de maatregelen uit het Breed Offensief
  • de resultaten van de pilot Sociaal Innovatiefonds (SIF) waarbij in de vom van werkgeversdeals banen worden gerealiseerd
  • het programma Simpel Switchen.

Protocol bij verdrag
Hoe staat het met intussen met de ratificatie van het veelbesproken facultatief protocol bij het VN-verdrag Handicap? Het kabinet heeft een jaar geleden het principebesluit genomen om het facultatief protocol bij het VN-verdrag handicap te ratificeren. De goedkeuringsstukken zijn ‘al in voorbereiding’. Die worden na instemming van de ministerraad en na ontvangst van het advies van de Raad van State ter goedkeuring aan de Kamer voorgelegd. De minister verwacht dat dat uiterlijk in het eerste kwartaal van 2025 zal gebeuren.

Tekst: Klaas Salverda