Nederland is niet het enige land dat met uitdagingen voor werk door mensen met een beperking te maken heeft. Welke creatieve oplossingen hebben ze in het buitenland gevonden om volwaardig mee te doen op de arbeidsmarkt? Vandaag deel 3 van een onderzoekstocht door verschillende landen: België, en dan om precies te zijn: Vlaanderen.

We beginnen vlakbij. We kijken naar Vlaanderen en niet België als geheel, want het arbeidsmarktbeleid is bij onze zuiderburen een zaak van de gewesten. De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), een 100 procents overheidsdienst, brengt vraag en aanbod op de arbeidsmarkt samen en heeft vooral als taak om werkzoekenden te bemiddelen en te begeleiden naar werk.

Dit zeg maar Belgische UWV wordt in het Vlaamse regeerakkoord omschreven als ‘de centrale datagedreven en resultaatsgerichte werkzaamheids- en loopbaanregisseur van het volledige activeringsbeleid in Vlaanderen’.

Tot aan zijn pensionering was Fons Leroy er jarenlang de baas. Vlak daarvoor prees hij nog de Nederlandse actie ‘op naar 100 000 banen’ omdat die een concreet doel heeft. Trouwens net als de 25.000 voor onze overheids- en onderwijswerkgevers. Ons buurland koppelt doelen aan verhoging van de arbeidsparticipatie, bij hen de ‘werkzaamheidsgraad’ geheten.

Banenafspraak abroad, eerdere afleveringen
Aflevering 1: In het eerste deel laten we ons inspireren door goede voorbeelden in het buitenland en bekijken we eens het beschikbare cijfermateriaal>>
Aflevering 2: Het vervolg van de serie richt zich op de Amerikaanse mentaliteit en de rol van de ILO en het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap>>

80 procent
Meest recente cijfer: in het derde kwartaal van 2023 waren 76,9% van de 20- tot 64-jarigen aan het werk. Op dat moment was Vlaanderen nog 3,1 procentpunt verwijderd van het doel: een werkzaamheidsgraad van 80%.

Wie het betreft? In aantallen uitgedrukt wil de Vlaamse Regering deze jaren 120.000 Vlamingen extra aan een job helpen. In het derde kwartaal van 2023 stond de stand al op 108.200 werkenden. Voor mensen met een arbeidsbeperking komen we echter niet verder in de datasets.

Arbeidsbeperking
Onder ‘Werken met een arbeidsbeperking’ meldt de VDAB specifiek voor deze groep: ‘Als u een gezondheidsprobleem of een arbeidsbeperking hebt, is het vaak moeilijk om werk te vinden of een job uit te oefenen op de reguliere arbeidsmarkt. Mogelijk kunt u wel in een sociale-economie-onderneming werken. Of misschien kunt u door een beroep te doen op een aantal tewerkstellingsondersteunende maatregelen of een gespecialiseerde begeleiding aan de slag in een sociale voorziening, een culturele organisatie, bij een particulier of in een bedrijf’.

De VDAB beslist of iemands beperking erkend wordt als arbeidsbeperking. Is dat het geval, dan kun je bij dezelfde overheidsdienst tegemoetkomingen aanvragen. Bijvoorbeeld voor hulp en begeleiding, een bijdrage in de aanschaf van arbeidsgereedschap, aanpassing van de arbeidsplek of een tegemoetkoming voor woon-werkverkeer.

Ook voordelen
‘Iemand met een erkende arbeidsbeperking in dienst nemen heeft ook voordelen voor de werkgever’, houdt de VDAB werkgevers voor. Want er is een Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) die de eventuele extra kosten en lagere productiviteit compenseert die de beperking van de werknemer met zich meebrengt.

En dan zijn er binnen wat in Vlaanderen de ‘sociale economie’ wordt genoemd verschillende soorten bedrijven die mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, onder wie mensen met een arbeidsbeperking, tewerkstellen. Zoals kringloopwinkels, sociale restaurants, ‘energiesnoeiers’ (die vooral bij mensen met een laag inkomen energiezuinig wonen stimuleren) en groenwerkers. De sociale economie biedt werk aan meer dan 24.000 mensen uit ‘kansengroepen’.

Ernstige hinder
Voor mensen die door een handicap, aandoening of ziekte langdurig ‘ernstige hinder’ ondervinden bij hun activiteiten, heeft dit duidelijk een impact op hun arbeidssituatie: niet meer dan 23% van hen heeft een baan, vergeleken met 65% van de totale bevolking in de leeftijdsgroep van 15-64 jaar. Drie vierde van degenen die sinds 6 maanden of langer ernstige hinder ervaren bij hun activiteiten, is inactief. 75% heeft dus geen werk, is niet op zoek naar werk en/of is niet beschikbaar voor werk, lezen we bij het Belgische statistiekbureau Statbel.

Langdurige hinder
Bij personen met ‘langdurige hinder’ door handicap, aandoening of ziekte is er over een reeks van jaren gezien wel sprake van een stijgende werkzaamheidsgraad. In de meest recente cijfers (2022) zette die niet door: 46,5% van de 20- tot 64-jarige personen met langdurige hinder werkte, een daling met 2,7 procentpunt ten opzichte van het jaar ervoor.

De kloof in dit opzicht tussen personen zonder en met langdurige hinder blijft groot, meldt het jongste trendrapport van Steunpunt Werk over kwetsbare groepen op de Vlaamse arbeidsmarkt.

Conclusie? Toch een groot verschil om 120.000 ‘extra Vlamingen’ aan de slag te krijgen of voor 125.000 extra banen specifiek voor mensen met een arbeidsbeperking te gaan, zoals in Nederland gebeurt. Ook al telt het Vlaams gewest ‘slechts’ 6,5 miljoen inwoners.

Tekst: Klaas Salverda